7 tips die dokters beter laten samenwerken

Veel meer dan voorheen moeten dokters samenwerken. Het klinkt zo eenvoudig: samen werken aan goede patiëntenzorg. Maar in een complexe omgeving die bovendien snel verandert is dat niet altijd gemakkelijk. Toch realiseren de meeste dokters zich dat optimale samenwerking cruciaal is voor de kwaliteit van zorg, effectiviteit en efficiency. En niet te vergeten voor hun eigen duurzame inzetbaarheid en werkplezier. Vanuit onze ervaring met medische vakgroepen en groepspraktijken, delen we daarom zeven praktische tips voor dokters*.

*Vrouwelijke en mannelijke dokters uiteraard, voor de leesbaarheid gebruik ik ‘hij’.

1.    Wees moedig en maak ‘oud zeer’ bespreekbaar

Kijk eens om je heen: waar verloopt het stroef of waar gaat het mis in de samenwerking? Meestal zit de angel in een gebrek aan vertrouwen. Als je zelf merkt dat vertrouwen niet vanzelfsprekend is, onderzoek dan waar dat idee of gevoel vandaan komt. Komt het door een vervelende ervaring met een collega? Zijn er zaken uit het verleden die een rol spelen, maar niet besproken worden? Let op dat het ‘laat maar-emmertje’ niet vol raakt. Dat gaat stinken en iedereen loopt er vervolgens met een grote boog omheen. Met nare gevolgen, want de inhoud van het emmertje blijf je ruiken, ook al wil je dat niet. Wees dus moedig: maak ‘oud zeer’ bespreekbaar en los het op.

2.    Spreek je waardering uit

In de medische wereld is het niet gebruikelijk om elkaar complimenten te geven. De opmerking ‘lekker gewerkt’, is al heel wat. De meeste aandacht gaat toch naar zaken die niet goed gaan. Jammer, want het uitspreken van waardering doet veel goeds voor de werksfeer en de onderlinge verhoudingen. Je verstevigt de basis als team, waardoor het makkelijker wordt elkaar aan te spreken. Wees dus niet zuinig met een welgemeend compliment. Als je een compliment krijgt, neem het dan dankbaar in ontvangst.

3.    Maak van feedback een echt gesprek

Dokters vinden het lastig om hun collega’s aan te spreken op gedrag, omdat ze bang zijn de werkrelatie te verstoren. Maar als je daar overheen stapt, krijg je echt een andere reactie dan je verwacht. Maak daarom van feedback een echt gesprek. Zorg dat je dingen niet ‘tussen neus en lippen door’ zegt of dat je - bij wijze van spreken - wegloopt zonder de reactie af te wachten. Zorg dat je allebei de tijd neemt. Geef aan dat je iets wilt bespreken wat belangrijk voor je is. Vraag of de ander daarvoor open staat. Pas dan vertel je zo concreet mogelijk wat je de ander ziet doen en wat daarvan het effect is op jou. Vraag of de ander het herkent en er iets mee kan. Extra tip: oefen dit eerst thuis, bijvoorbeeld met je partner.

4.   Zorg dat verantwoordelijkheden duidelijk zijn

Niets menselijks is dokters vreemd: het is makkelijker om naar een ander te wijzen dan om te kijken naar wat je zelf niet goed doet. Zorg dan ook dat de basis op orde is. Dat doe je door ervoor te zorgen dat iedereen weet waar hij verantwoordelijk voor is en daar vervolgens op aangesproken kan worden. Verantwoordelijkheid nemen gaat verder dan alleen het meetbare resultaat van je inspanningen. Je bent als teamlid medeverantwoordelijk voor hóe dat resultaat bereikt wordt. Weet dus wat jouw bijdrage is aan het totaal en neem daarin je eigen verantwoordelijkheid.

 5.    Schenk aandacht aan behoeften en emoties

Dokters zijn praktische en resultaatgerichte mensen. Als er een probleem is, dan staan ze al snel klaar met de oplossing. Het is vaak een prima oplossing, maar wel hún oplossing. Die niet hoeft aan te sluiten bij wat je collega nodig heeft. Het is dan ook beter om eerst vragen te stellen en in te gaan op wat de ander zegt. Zo krijg je een beeld bij wat er echt speelt. Natuurlijk kun je nog steeds een oplossing voorstellen, maar die oplossing is dan wel afgestemd op de behoefte van je collega. Bovendien kan jouw luisterend oor al genoeg zijn: je collega kan dankzij jou zijn emoties kwijt, de gedachten op een rijtje zetten en weet daardoor zelf wat hem te doen staat.

6.   Maak tijd voor onderhoud van relaties

Je moet het dak repareren als de zon schijnt. Dat principe is ook van toepassing op dokters die samenwerken in een vakgroep of groepspraktijk. Zorg dan ook dat de spanning niet zodanig oploopt, dat er een heidag - of zelfs mediation - móet komen om een probleem op te lossen. Het is verstandig om proactief te bouwen aan een constructieve samenwerking. Dat doe je door elkaar minimaal een keer per jaar te ontmoeten, buiten de dagelijkse hectiek om. Neem daar dan ook ruim de tijd voor. Zorg dat er niet alleen aandacht is voor de inhoud maar ook voor het ‘hoe’. Hoe loopt de samenwerking, hoe zit het met de onderlinge verhoudingen, wat gaat goed en welke veranderingen zijn nodig?

7.    Ontwikkel de mens in de witte jas

Dokters beschikken over een enorme hoeveelheid medische kennis, kunde en ervaring. In die witte jas schuilt echter ook een mens, met al zijn persoonlijke kwaliteiten en valkuilen. Hoe meer zicht je krijgt op wat je drijft, hoe je denkt en wat je voelt, des te meer ben je in staat om jezelf en de relatie met anderen positief te beïnvloeden. Je wordt autonomer, zonder een solist te worden. Je krijgt een gezond soort zelfvertrouwen. Je ontwikkelt prettiger relaties met collega’s. Sta dus eens stil bij jezelf. Wie ben je als persoon en wie ben je als dokter? Hoe verhoud je je tot je patiënten en je collega’s? Ken jezelf en ontwikkel daarom ook de mens in de witte jas.

Dick Houtman