Dokters zorgen niet goed genoeg voor zichzelf
Stel dat bekend zou worden dat één op de vijf buschauffeurs, politieagenten of leraren ernstige angst- of depressieve klachten hebben. Dan zou dat nieuws op alle voorpagina’s staan en in alle praatshows worden besproken.
Bij medisch specialisten werkt dat anders. Uit onderzoek1 onder 2115 Nederlandse medisch specialisten blijkt dat 21% van deze onderzoeksgroep voldoet aan de criteria van een gematigde tot ernstige burn-out. De klachten, variërend van verminderde energie tot emotionele uitputting, zijn in veel gevallen zo ernstig, dat deze een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de geleverde zorg. Maar we lezen hier zelden iets over in de krant en we zien ze niet bij Pauw, Humberto of Matthijs aan tafel.
Wat veroorzaakt dit extreem hoge aantal psychische klachten onder medisch specialisten? En waarom horen we er zo weinig over?
De werkdruk, de regeldruk, het constante tijdgebrek en het gemis aan collegiale ondersteuning zijn belangrijke factoren in het ontstaan van deze klachten.2 Bovendien raken dokters meer betrokken bij de organisatie, zij moeten meer en beter kunnen samenwerken en over vaardigheden beschikken waar ze niet voor zijn opgeleid.
Uit onderzoek van M. Westerman, internist en postdoctoraal onderzoeker3 blijkt dat één op de vijf beginnende medisch specialisten stress ervaart door deze niet-medische taken, en dat er een verband is met het grote aantal burn-outverschijnselen onder deze jonge artsen.
In de medische wereld is het niet vanzelfsprekend om aan de bel te trekken als het niet zo goed met je gaat.
De dominante cultuur van niet zeuren en gewoon doorbuffelen speelt hierin een belangrijke rol. De positie van arts houdt in dat je hulp verleent aan anderen, sterk bent en de antwoorden hebt. Hulp vragen is voor velen nog steeds taboe.
Toch verandert dat beeld langzaam maar zeker. Vanuit de beroepsgroep zelf komen verhalen over het korte lontje, de hartritmestoornissen en de slapeloze nachten. Het besef dat welzijn en gezondheid van artsen cruciaal is voor de kwaliteit van de zorg, leidt binnen de beroepsgroep tot peer support groups en meer aandacht voor intervisie en coaching.
Er is inmiddels zelfs een opleidingsinstituut dat geaccrediteerde leergangen aanbiedt, waarin dokters leren hoe ze beter voor zichzelf kunnen zorgen.
Bronnen:
1 Prins, J. T., Hoekstra-Weebers, J. E. H. M., Gazendam-Donofrio, S. M., Dillingh, G. S., Bakker, A. B., Huisman, M., Jacobs, B. & van der Heijden, F. M. M. A. Mar-2010 In : Medical Education. 44, 3, p. 236-247
2 Schaufeli, W, Nationaal Welzijnsonderzoek Zorg (bezieling, werkplezier en energie) 2014
3 Westerman, M, Mind the gap; the transition to hospital consultant; academisch proefschrift 2012-12-19