"Dan had je maar een ander vak moeten kiezen."
Dokters omschrijven zichzelf als ambitieus en gedreven: ‘harde werkers met een groot arbeidsethos’. De lat ligt hoog, zowel voor jezelf als voor anderen en enige vorm van onzekerheid laten zien is ronduit een zwaktebod. En je bent niet zo goed in nee zeggen. ‘Hup, doorgaan, niet zeuren en gewoon doen waar je goed in bent.’ Rationaliseren en bagatelliseren worden een gewoonte. Je trekt niet snel aan de bel, al helemaal niet als je denkt daarmee je baan of opleidingsplaats in gevaar te brengen. Bovendien, als jij uitvalt belast je jouw collega’s. En die hebben het al zo druk.
Prestatiecultuur
In theorie begrijpt iedereen dat je beter voor je patiënten kunt zorgen als je goed voor jezelf zorgt. Maar in de dagelijkse praktijk is er maar weinig ruimte voor zelfzorg en het laten zien van je eigen kwetsbaarheid. Fouten maken is onvermijdbaar, iedere dokter weet dat, maar erover praten is moeilijk. Al met al is er in het doktersvak sprake van een nogal ongezonde prestatiecultuur die je niet gemakkelijk in je eentje doorbreekt.
Door het groter worden van vakgroepen, door fusies en superspecialisaties veranderen ook de onderlinge verhoudingen tussen directe collega’s. Je kent niet meer iedereen (even goed) en weet steeds minder van elkaar. Het is niet langer vanzelfsprekend om elkaar iets te gunnen. Er zijn veel dokters die zich – mede door dit gebrek aan collegialiteit – onvoldoende veilig, gezien en gewaardeerd voelen binnen hun eigen vakgroep.
“Mijn moeder moest geopereerd worden. Ik wilde haar naar de OK begeleiden en er voor haar zijn als ze uit de narcose kwam. Via de groepsapp heb ik mijn collega’s gevraagd of iemand voor mij wilde waarnemen. Geen van mijn veertien collega’s kon - of wilde - iets voor me betekenen.”
Hoe is het met de mens in de witte jas?
De kiem voor deze cultuur onder dokters wordt gelegd in de studie- en opleidingstijd. Je leert veel en ook veel niet; dokters worden hoog maar ook smal opgeleid. Je vergaart de kennis en vaardigheden om een uitstekende dokter te worden. Maar het is best opmerkelijk dat in een vakgebied waarin medemenselijkheid zo essentieel is, er in de leertijd weinig of geen aandacht is voor de dokter zelf. Want hoe is het met de mens in de witte jas? Wat betekent het nu echt om dokter te zijn? Wat vraagt dat van jou, los van je inhoudelijke kennis en kunde? Waar ben je kwetsbaar?
“Ik wilde alleen maar mijn verhaal vertellen. Gewoon even spuien voordat mijn poli begon. Er was vrij plotseling een kindje gestorven en het greep me bij de keel. Dat enorme verdriet van die ouders en dat broertje. Maar het enige wat mijn collega wist uit te brengen was: ‘Dan had je maar een ander vak moeten kiezen.’ ”
Word een gelukkiger dokter
Zo’n cynische uitspraak, ‘dan had je maar een ander vak moeten kiezen’, is nou niet bepaald helpend. Maar, misschien vind je wél dat er iets mag veranderen in je werk of in je leven. Realiseer je dat er maar één iemand is die dat in gang kan zetten: jijzelf. Gelukkiger worden in je vak begint altijd – echt altijd – door niet naar buiten te wijzen, maar door naar binnen te kijken. En zo te ontdekken wat je zelf kunt en wilt veranderen. Daar heb je moed voor nodig. Het gaat je tijd en energie kosten. Maar mijn ervaring leert: je wordt er een gelukkiger mens en dokter van.
Nieuwsgierig geworden? De Leergang Persoonlijk Leiderschap van De Hele Dokter (40 nascholingspunten) biedt je inzicht, handvatten en een nieuw perspectief.